, [], Quodlibet Journal: Volume 2 Number 2, Spring 2000
http://www.Quodlibet.net,
Keith Schooley,
What is a Pastor? Examining the Biblical Job Description of the "Ποιμενας" of Ephesians 4:11; It is well known that the title of "pastor" refers to a "shepherd" in both Greek and Hebrew. Many therefore endeavor to find the duties of a pastor by analogy to those of a literal shepherd, spiritualizing the physical duties involved, so that "feeding" may represent (for example) preaching the Word, leading sheep to new pasture represents leadership, and the overall caretaking responsibilities involve meeting people's needs on an individual basis. The problem with this understanding is that there are no inherent controls on the analogy itself those making the analogy may interpret any duty in any manner they choose. The usual understanding that emerges from this approach lays great emphasis on personal care for the congregation by the pastor, which may or may not be what was intended by the New Testament use of the term to describe a type of leader within the church.
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Dezelfde heeft gegeven sommigen [26]tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen [27]tot evangelisten, en sommigen [28]tot herders en leraars; 26. Van het onderscheid tussen apostelen en profeten, zie de aantekeningen 1 Kor.12:28. 27. Van dezer ambt, zie Hand.21:8. 28. Eenige onderscheiden deze twee ambten alzo, dat de herders de gemeente niet alleen zouden leren en onderwijzen, maar ook door de kerkelijke tucht leiden en regeren, gelijk de herders de schapen doen, en dat de leraars alleen bezig zouden zijn om de Schrift te verklaren, en de waarheid der leer tegen de ketterijen en dwalingen te verdedigen. Doch alzo het woord sommigen hier tussen niet staat, gelijk in de voorgaande verscheidene beroepingen, zo nemen het anderen voor enerlei ambt; en dat deze twee namen hier bijeenstaan om aan te wijzen dat alle herders ook leraars moeten zijn, gelijk deze twee namen de een voor den ander in de Schrift dikmaals worden gesteld, en Paulus deze twee zaken bijeenvoegt in de beproeving der kerkedienaars, 1 Tim.3:, en Titus 1:.